Translation meaning & definition of the word "yoga" into Dutch language

noun

1. Hindu discipline aimed at training the consciousness for a state of perfect spiritual insight and tranquility that is achieved through the three paths of actions and knowledge and devotion

synonym:
• yoga

1. Hindoe-discipline gericht op het trainen van het bewustzijn voor een staat van perfect spiritueel inzicht en rust die wordt bereikt via de drie paden van acties en kennis en toewijding

synoniem:
• yoga

2. A system of exercises practiced as part of the hindu discipline to promote control of the body and mind

synonym:
• yoga

2. Een systeem van oefeningen dat wordt beoefend als onderdeel van de hindoe-discipline om de controle over lichaam en geest te bevorderen

synoniem:
• yoga

Examples of using

There's a cute guy in my yoga classes.

Er zit een schattige jongen in mijn yogalessen.

There's a guy in my yoga class.

Er zit een man in mijn yogales.

Mary took a yoga class.

Mary volgde een yogales.

She's a yoga instructor.

Ze is een yoga-instructeur.