Translation meaning & definition of the word "wounded" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "gewond" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Wounded
[Gewond]/wundɪd/
noun
1. People who are wounded
- "They had to leave the wounded where they fell"
- synonym:
- wounded ,
- maimed
1. Mensen die gewond zijn
- "Ze moesten de gewonden achterlaten waar ze vielen"
- synoniem:
- gewond ,
- verminkt
adjective
1. Suffering from physical injury especially that suffered in battle
- "Nursing his wounded arm"
- "Ambulances...for the hurt men and women"
- synonym:
- hurt ,
- wounded
1. Lijden aan lichamelijk letsel, vooral dat in de strijd
- "Zijn gewonde arm verzorgen"
- "Ambulances ... voor de gekwetste mannen en vrouwen"
- synoniem:
- pijn ,
- gewond
Examples of using
Tom got wounded in the battle.
Tom raakte gewond in de strijd.
Tom was badly wounded.
Tom raakte zwaargewond.
I have been wounded with a knife.
Ik ben gewond geraakt met een mes.