Translation meaning & definition of the word "workshop" into Dutch language

noun

1. Small workplace where handcrafts or manufacturing are done

synonym:
• workshop
,
• shop

1. Kleine werkplek waar handwerk of productie wordt gedaan

synoniem:
• workshop
,
• winkel

2. A brief intensive course for a small group

• Emphasizes problem solving

synonym:
• workshop

2. Een korte intensieve cursus voor een kleine groep

• Benadrukt probleemoplossing

synoniem:
• workshop

Examples of using

There are three printing presses in the workshop.

Er zijn drie drukpersen in de werkplaats.

Idleness is the devil's workshop.

Nietsdoen is het atelier van de duivel.

Mostly likely, he's come back from the workshop.

Waarschijnlijk is hij teruggekomen uit de werkplaats.

He returned from the workshop.

Hij kwam terug van de werkplaats.