Translation meaning & definition of the word "workout" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "training" in het Nederlands
English⟶Dutch
Workout
[Workout]/wərkaʊt/
noun
1. The activity of exerting your muscles in various ways to keep fit
- "The doctor recommended regular exercise"
- "He did some exercising"
- "The physical exertion required by his work kept him fit"
- synonym:
- exercise ,
- exercising ,
- physical exercise ,
- physical exertion ,
- workout
1. De activiteit van het uitoefenen van je spieren op verschillende manieren om fit te blijven
- "De arts heeft regelmatige lichaamsbeweging aanbevolen"
- "Hij heeft wat getraind"
- "De fysieke inspanning die zijn werk vereiste, hield hem fit"
- synoniem:
- oefenen ,
- lichaamsbeweging ,
- fysieke inspanning ,
- training