Translation meaning & definition of the word "workday" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "werkdag" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Workday
[Werkdag]/wərkde/
noun
1. A day on which work is done
- synonym:
- workday ,
- working day ,
- work day
1. Een dag waarop het werk wordt gedaan
- synoniem:
- werkdag
2. The amount of time that a worker must work for an agreed daily wage
- "They work an 8-hour day"
- synonym:
- workday ,
- working day
2. De hoeveelheid tijd die een werknemer moet werken voor een overeengekomen dagloon
- "Ze werken een dag van 8 uur"
- synoniem:
- werkdag
Examples of using
Auto mechanics finish up the workday with grime all over their hands.
Automonteurs maken de werkdag af met vuil over hun handen.
Sunday is not a workday for me.
Zondag is voor mij geen werkdag.