Translation meaning & definition of the word "wispy" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "wispy" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Wispy
[Wispy]/wɪspi/
adjective
1. Thin and weak
- "A wispy little fellow with small hands and feet"- edmund wilson
- synonym:
- wisplike ,
- wispy
1. Dun en zwak
- "Een piekerige kleine kerel met kleine handen en voeten" - edmund wilson
- synoniem:
- piekerig
2. Lacking clarity or distinctness
- "A dim figure in the distance"
- "Only a faint recollection"
- "Shadowy figures in the gloom"
- "Saw a vague outline of a building through the fog"
- "A few wispy memories of childhood"
- synonym:
- dim ,
- faint ,
- shadowy ,
- vague ,
- wispy
2. Gebrek aan duidelijkheid of onderscheid
- "Een vage figuur in de verte"
- "Slechts een zwakke herinnering"
- "Schaduwrijke figuren in de duisternis"
- "Zag een vage omtrek van een gebouw door de mist"
- "Een paar piekerige herinneringen aan de kindertijd"
- synoniem:
- dim ,
- zwak ,
- schaduwrijk ,
- vaag ,
- piekerig
Examples of using
East is a wispy matter.
Oost is een piekerige zaak.