Translation meaning & definition of the word "wield" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "wield" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Wield
[Opbrengst]/wild/
verb
1. Have and exercise
- "Wield power and authority"
- synonym:
- wield ,
- exert ,
- maintain
1. Hebben en oefenen
- "Macht en autoriteit uitoefenen"
- synoniem:
- zwaaien ,
- uitoefenen ,
- onderhouden
2. Handle effectively
- "The burglar wielded an axe"
- "The young violinist didn't manage her bow very well"
- synonym:
- wield ,
- handle ,
- manage
2. Effectief omgaan
- "De inbreker hanteerde een bijl"
- "De jonge violiste kon haar boog niet zo goed aan"
- synoniem:
- zwaaien ,
- handvat ,
- beheren