- Home >
- Dictionary >
- Dutch >
- W >
- Weekend
Translation of "weekend" into Dutch
✖
English⟶Dutch
- Definition
- Arabic
- Bulgarian
- Catalan
- Czech
- German
- Greek
- Spanish
- French
- Hindi
- Hungarian
- Indonesian
- Italian
- Japanese
- Korean
- Latvian
- Malay
- Polish
- Portuguese
- Romanian
- Russian
- Swedish
- Thai
- Tagalog
- Turkish
- Ukrainian
- Vietnamese
- Chinese (Simplified)
- Chinese (Traditional)
Suggestion:
The word you entered is not in our dictionary.
Weekend
IPA : /wikɛnd/
What do you want to do next weekend?
Wat wil je komend weekend doen?
I have 100 projects that I need to finish up by the weekend!
Ik heb 100 projecten die ik dit weekend moet afronden!
The cold weather is expected to last until the weekend.
Het koude weer zal naar verwachting tot het weekend duren.
We could go kayaking next weekend.
Volgend weekend kunnen we gaan kajakken.
A number of police officers at separate youth parties were pelted with rocks and beer bottles at the weekend.
Een aantal politieagenten op aparte jongerenfeesten werd in het weekend bekogeld met stenen en bierflesjes.
A number of same-sex marriages conducted last weekend have been declared null and void after the High Court of Australia ruled that the legislation allowing the marriages was unconstitutional.
Een aantal homohuwelijken die afgelopen weekend zijn gesloten, zijn nietig verklaard nadat het Hooggerechtshof van Australië oordeelde dat de wetgeving die de huwelijken toestaat ongrondwettelijk was.
I went on a picnic last weekend.
Ik ben afgelopen weekend gaan picknicken.
Tom and Mary invited us to spend the weekend with them.
Tom en Mary nodigden ons uit om het weekend met hen door te brengen.
I'll be home all weekend.
Ik ben het hele weekend thuis.
My brother likes to wash his car on the weekend.
Mijn broer wast zijn auto graag in het weekend.
I'm going to the country for the weekend.
Ik ga naar het land voor het weekend.
Do you go shopping at the weekend?
Ga je in het weekend winkelen?
Tom and his friends played basketball last weekend.
Tom en zijn vrienden speelden afgelopen weekend basketbal.
Due to unforeseen circumstances, our trip to the mountains this weekend will be cancelled.
Wegens onvoorziene omstandigheden gaat onze reis naar de bergen dit weekend niet door.
I know a guy who goes fishing almost every weekend.
Ik ken een vent die bijna elk weekend gaat vissen.
Did Tom talk to you about his plans for next weekend?
Heeft Tom met je gesproken over zijn plannen voor volgend weekend?
Find out how Tom plans to spend his weekend.
Ontdek hoe Tom zijn weekend wil doorbrengen.
At the start of every weekend, I am both tired and happy.
Aan het begin van elk weekend ben ik zowel moe als gelukkig.
Tom ruined my weekend.
Tom heeft mijn weekend verpest.
Tom went to a wedding last weekend.
Tom ging afgelopen weekend naar een bruiloft.
Lingvanex - your universal translation app
Translator for
Download For Free
For free English to Dutch translation, utilize the Lingvanex translation apps.
We apply ultimate machine translation technology and artificial intelligence to offer a free Dutch-English online text translator.