Translation meaning & definition of the word "wearing" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "dragen" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Wearing
[Dragen]/wɛrɪŋ/
noun
1. (geology) the mechanical process of wearing or grinding something down (as by particles washing over it)
- synonym:
- erosion ,
- eroding ,
- eating away ,
- wearing ,
- wearing away
1. ( geologie ) het mechanische proces van het dragen of slijpen van iets ( zoals door deeltjes erover te wassen )
- synoniem:
- erosie ,
- eroderen ,
- weg eten ,
- dragen ,
- wegslijten
2. The act of having on your person as a covering or adornment
- "She bought it for everyday wear"
- synonym:
- wear ,
- wearing
2. De handeling van het hebben van uw persoon als bedekking of versiering
- "Ze kocht het voor dagelijkse kleding"
- synoniem:
- slijtage ,
- dragen
adjective
1. Producing exhaustion
- "An exhausting march"
- "The visit was especially wearing"
- synonym:
- exhausting ,
- tiring ,
- wearing ,
- wearying
1. Uitputting veroorzaken
- "Een vermoeiende mars"
- "Het bezoek droeg vooral"
- synoniem:
- vermoeiend ,
- dragen ,
- vermoeid
Examples of using
Tom was wearing mirrored sunglasses and a black baseball cap.
Tom droeg een gespiegelde zonnebril en een zwarte baseballpet.
A beard doesn't make a philosopher, nor does wearing a cheap coat.
Een baard maakt geen filosoof en draagt ook geen goedkope jas.
Do you know what Tom was wearing?
Weet je wat Tom droeg?