Translation meaning & definition of the word "wean" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "zwaan" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Wean
[Wean]/win/
verb
1. Gradually deprive (infants and young mammals) of mother's milk
- "She weaned her baby when he was 3 months old and started him on powdered milk"
- "The kitten was weaned and fed by its owner with a bottle"
- synonym:
- wean ,
- ablactate
1. Ontneem geleidelijk ( zuigelingen en jonge zoogdieren ) moedermelk
- "Ze heeft haar baby gespeend toen hij 3 maanden oud was en begon hem met melkpoeder"
- "Het kitten werd gespeend en door de eigenaar gevoed met een fles"
- synoniem:
- gespeend ,
- ablacteren
2. Detach the affections of
- synonym:
- wean
2. Maak de genegenheid los
- synoniem:
- gespeend