Translation meaning & definition of the word "wall" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "muur" in Nederlandse taal
Wall
[Muur]noun
1. An architectural partition with a height and length greater than its thickness
- Used to divide or enclose an area or to support another structure
- "The south wall had a small window"
- "The walls were covered with pictures"
- synonym:
- wall
1. Een architectonische scheidingswand met een hoogte en lengte groter dan de dikte
- Gebruikt om een gebied te verdelen of te omsluiten of om een andere structuur te ondersteunen
- "De zuidmuur had een klein raam"
- "De muren waren bedekt met foto's"
- synoniem:
- muur
2. Anything that suggests a wall in structure or function or effect
- "A wall of water"
- "A wall of smoke"
- "A wall of prejudice"
- "Negotiations ran into a brick wall"
- synonym:
- wall
2. Alles wat een muur suggereert in structuur of functie of effect
- "Een muur van water"
- "Een muur van rook"
- "Een muur van vooroordelen"
- "Onderhandelingen liepen tegen een bakstenen muur"
- synoniem:
- muur
3. (anatomy) a layer (a lining or membrane) that encloses a structure
- "Stomach walls"
- synonym:
- wall ,
- paries
3. ( anatomie ) een laag ( een voering of membraan ) die een structuur omsluit
- "Maagmuren"
- synoniem:
- muur ,
- paries
4. A difficult or awkward situation
- "His back was to the wall"
- "Competition was pushing them to the wall"
- synonym:
- wall
4. Een moeilijke of lastige situatie
- "Zijn rug was tegen de muur"
- "Concurrentie duwde ze tegen de muur"
- synoniem:
- muur
5. A vertical (or almost vertical) smooth rock face (as of a cave or mountain)
- synonym:
- wall
5. Een verticale ( of bijna verticale ) gladde rotswand ( als van een grot of berg )
- synoniem:
- muur
6. A layer of material that encloses space
- "The walls of the cylinder were perforated"
- "The container's walls were blue"
- synonym:
- wall
6. Een laag materiaal die ruimte omsluit
- "De wanden van de cilinder waren geperforeerd"
- "De muren van de container waren blauw"
- synoniem:
- muur
7. A masonry fence (as around an estate or garden)
- "The wall followed the road"
- "He ducked behind the garden wall and waited"
- synonym:
- wall
7. Een metselwerkhek ( als rond een landgoed of tuin )
- "De muur volgde de weg"
- "Hij dook achter de tuinmuur en wachtte"
- synoniem:
- muur
8. An embankment built around a space for defensive purposes
- "They stormed the ramparts of the city"
- "They blew the trumpet and the walls came tumbling down"
- synonym:
- rampart ,
- bulwark ,
- wall
8. Een dijk gebouwd rond een ruimte voor defensieve doeleinden
- "Ze bestormden de wallen van de stad"
- "Ze bliezen op de trompet en de muren vielen naar beneden"
- synoniem:
- wallen ,
- bolwerk ,
- muur
verb
1. Surround with a wall in order to fortify
- synonym:
- wall ,
- palisade ,
- fence ,
- fence in ,
- surround
1. Omringen met een muur om te versterken
- synoniem:
- muur ,
- palissade ,
- hek ,
- hek in ,
- omringen