Translation meaning & definition of the word "walking" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "wandelen" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Walking
[Lopen]/wɔkɪŋ/
noun
1. The act of traveling by foot
- "Walking is a healthy form of exercise"
- synonym:
- walk ,
- walking
1. Het te voet reizen
- "Wandelen is een gezonde vorm van lichaamsbeweging"
- synoniem:
- lopen
adjective
1. Close enough to be walked to
- "Walking distance"
- "The factory with the big parking lot...is more convenient than the walk-to factory"
- synonym:
- walk-to(a) ,
- walking(a)
1. Dichtbij genoeg om naar toe te lopen
- "Loopafstand"
- "De fabriek met de grote parkeerplaats ... is handiger dan de walk-to-fabriek"
- synoniem:
- walk-to ( a ) ,
- lopen ( a )
Examples of using
When Tom was walking down the street at night, a man he didn't know threatened him with a knife and robbed him of his cash.
Toen Tom 's nachts over straat liep, bedreigde een man die hij niet kende hem met een mes en beroofde hem van zijn geld.
Tom kept walking back and forth.
Tom bleef heen en weer lopen.
He who limps is still walking.
Wie hinkt, loopt nog steeds.