Translation meaning & definition of the word "waist" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "taille" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Waist
[Taille]/west/
noun
1. The narrowing of the body between the ribs and hips
- synonym:
- waist ,
- waistline
1. De vernauwing van het lichaam tussen de ribben en heupen
- synoniem:
- taille
2. The narrow part of the shoe connecting the heel and the wide part of the sole
- synonym:
- shank ,
- waist
2. Het smalle deel van de schoen dat de hiel verbindt met het brede deel van de zool
- synoniem:
- schacht ,
- taille
Examples of using
However, Vince, on Jen's house's veranda, was naked from the waist up. He might even have been starkers!
Vince, op de veranda van Jen, was echter vanaf zijn middel naakt. Misschien was hij zelfs grimmig!
The workers were naked to the waist.
De arbeiders waren naakt tot aan de taille.
Please undress from the waist up.
Kleed je alsjeblieft uit de taille.