Translation meaning & definition of the word "volleyball" into Dutch language

noun

1. A game in which two teams hit an inflated ball over a high net using their hands

synonym:
• volleyball
,
• volleyball game

1. Een wedstrijd waarin twee teams met hun handen een opgeblazen bal over een hoog net slaan

synoniem:
• volleybal
,
• volleybalspel

2. An inflated ball used in playing volleyball

synonym:
• volleyball

2. Een opgeblazen bal die wordt gebruikt bij het spelen van volleybal

synoniem:
• volleybal

Examples of using

I often play volleyball.

Ik speel vaak volleybal.

Tom and Mary are playing beach volleyball.

Tom en Mary spelen beachvolleybal.

He plays beach volleyball.

Hij speelt beachvolleybal.

Yoko is the captain of the volleyball team.

Yoko is de aanvoerder van het volleybalteam.

I can play baseball, tennis, volleyball, and so on.

Ik kan honkbal, tennis, volleybal enzovoort spelen.

He is a volleyball player.

Hij is een volleybalspeler.

I am playing volleyball now.

Ik speel nu volleybal.

It seems the volleyball player will be punished for being late for the game.

Het lijkt erop dat de volleybalspeler zal worden gestraft omdat hij te laat is voor de wedstrijd.

Let's play volleyball.

Laten we volleyballen.

Do you like playing volleyball?

Speel je graag volleybal?

Let's play volleyball.

Laten we volleyballen.