Translation meaning & definition of the word "villager" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "villager" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Villager
[Villager]/vɪlɪʤər/
noun
1. One who has lived in a village most of their life
- synonym:
- villager
1. Iemand die het grootste deel van hun leven in een dorp heeft gewoond
- synoniem:
- dorpeling