Translation meaning & definition of the word "village" into Dutch language

noun

1. A community of people smaller than a town

synonym:
• village
,
• small town
,
• settlement

1. Een gemeenschap van mensen kleiner dan een stad

synoniem:
• dorp
,
• kleine stad
,
• afwikkeling

2. A settlement smaller than a town

synonym:
• village
,
• hamlet

2. Een nederzetting kleiner dan een stad

synoniem:
• dorp
,
• gehucht

3. A mainly residential district of manhattan

• `the village' became a home for many writers and artists in the 20th century

synonym:
• Greenwich Village
,
• Village

3. Een voornamelijk woonwijk van manhattan

• `het dorp 'werd in de 20e eeuw een thuis voor veel schrijvers en kunstenaars

synoniem:
• Greenwich Village
,
• Dorp

Examples of using

The moon turns the roofs in the village to silver.

De maan verandert de daken in het dorp in zilver.

I'll tell you about the incident that occured in our village.

Ik zal je vertellen over het incident in ons dorp.

This novel is interesting for its village language.

Deze roman is interessant vanwege de dorpstaal.

Tom grew up in an isolated village deep in the mountains.

Tom groeide op in een geïsoleerd dorp diep in de bergen.

God let the village be safe

God laat het dorp veilig zijn

The village needs your help.

Het dorp heeft je hulp nodig.

In the village there are no thieves.

In het dorp zijn geen dieven.

She lives in the village.

Ze woont in het dorp.

The people of this village live in harmony with nature.

De mensen van dit dorp leven in harmonie met de natuur.

I visited the village he was born in.

Ik bezocht het dorp waarin hij geboren was.

A pretty girl lived in that village.

In dat dorp woonde een mooi meisje.

He lives in a house far from the village.

Hij woont in een huis ver van het dorp.

The village has no electricity.

Het dorp heeft geen elektriciteit.

A little village is situated in between both towns.

Tussen beide steden ligt een klein dorpje.

I want to visit a medieval village.

Ik wil een middeleeuws dorp bezoeken.

"Today, the milkman was buried. There were a lot of people, cause everybody in the village knew him." "Oh, is there a milkman in Linschoten?" "Well, no, not anymore!"

"Vandaag werd de melkboer begraven. Er waren veel mensen, want iedereen in het dorp kende hem." "O, is er een melkboer in Linschoten?" "Nou, nee, niet meer!"

What's the difference between a village and a town?

Wat is het verschil tussen een dorp en een stad?

That village has changed a lot from how it was 100 years ago.

Dat dorp is veel veranderd van hoe het 100 jaar geleden was.

That village is the enemy's last stronghold.

Dat dorp is het laatste bolwerk van de vijand.

She was born in a small village.

Ze is geboren in een klein dorp.