Translation meaning & definition of the word "victorious" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "zegevierend" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Victorious
[Overwinnaar]/vɪktɔriəs/
adjective
1. Having won
- "The victorious entry"
- "The winning team"
- synonym:
- victorious ,
- winning
1. Gewonnen
- "De zegevierende inzending"
- "Het winnende team"
- synoniem:
- zegevierend ,
- winnen
2. Experiencing triumph
- synonym:
- triumphant ,
- victorious
2. Triomf ervaren
- synoniem:
- triomfantelijk ,
- zegevierend
Examples of using
They were victorious.
Ze wonnen.