Translation meaning & definition of the word "verge" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "verge" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Verge
[Verge]/vərʤ/
noun
1. A region marking a boundary
- synonym:
- brink ,
- threshold ,
- verge
1. Een gebied dat een grens markeert
- synoniem:
- snik ,
- drempel ,
- berm
2. The limit beyond which something happens or changes
- "On the verge of tears"
- "On the brink of bankruptcy"
- synonym:
- verge ,
- brink
2. De limiet waarboven iets gebeurt of verandert
- "Op de rand van tranen"
- "Op de rand van faillissement"
- synoniem:
- berm ,
- snik
3. A ceremonial or emblematic staff
- synonym:
- scepter ,
- sceptre ,
- verge ,
- wand
3. Een ceremoniële of emblematische staf
- synoniem:
- scepter ,
- berm ,
- toverstok
4. A grass border along a road
- synonym:
- verge
4. Een grasgrens langs een weg
- synoniem:
- berm
verb
1. Border on
- Come close to
- "His behavior verges on the criminal"
- synonym:
- verge
1. Grens aan
- Kom dichtbij
- "Zijn gedrag grenst aan de crimineel"
- synoniem:
- berm
Examples of using
He was on the verge of revealing the secret when a sharp look from Martha shut him up.
Hij stond op het punt het geheim te onthullen toen een scherpe blik van Martha hem opsloot.
He was just on the verge of going to sleep.
Hij stond op het punt te gaan slapen.
Some wild animals are on the verge of extinction.
Sommige wilde dieren staan op het punt van uitsterven.