Translation meaning & definition of the word "verbal" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "verbaal" in Nederlandse taal
English⟶Dutch
Verbal
[Verbaal]/vərbəl/
adjective
1. Communicated in the form of words
- "Verbal imagery"
- "A verbal protest"
- synonym:
- verbal
1. Gecommuniceerd in de vorm van woorden
- "Verbale beelden"
- "Een verbaal protest"
- synoniem:
- verbaal
2. Of or relating to or formed from words in general
- "Verbal ability"
- synonym:
- verbal
2. Van of met betrekking tot of gevormd uit woorden in het algemeen
- "Verbaal vermogen"
- synoniem:
- verbaal
3. Of or relating to or formed from a verb
- "Verbal adjectives like `running' in `hot and cold running water'"
- synonym:
- verbal
3. Van of met betrekking tot of gevormd uit een werkwoord
- "Verbale bijvoeglijke naamwoorden zoals" rennen "in" warm en koud stromend water'"
- synoniem:
- verbaal
4. Relating to or having facility in the use of words
- "A good poet is a verbal artist"
- "A merely verbal writer who sacrifices content to sound"
- "Verbal aptitude"
- synonym:
- verbal
4. Met betrekking tot of mogelijkheid hebben bij het gebruik van woorden
- "Een goede dichter is een verbale kunstenaar"
- "Een louter verbale schrijver die inhoud opoffert om te klinken"
- "Verbale aanleg"
- synoniem:
- verbaal
5. Expressed in spoken words
- "A verbal contract"
- synonym:
- verbal
5. Uitgedrukt in gesproken woorden
- "Een mondeling contract"
- synoniem:
- verbaal
6. Prolix
- "You put me to forget a lady's manners by being so verbal"- shakespeare
- synonym:
- verbal
6. Prolix
- "Je laat me de manieren van een dame vergeten door zo verbaal te zijn" - shakespeare
- synoniem:
- verbaal