Translation meaning & definition of the word "vagina" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "vagina" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Vagina
[Vagina]/vəʤaɪnə/
noun
1. The lower part of the female reproductive tract
- A moist canal in female mammals extending from the labia minora to the uterus
- "The vagina receives the penis during coitus"
- "The vagina is elastic enough to allow the passage of a fetus"
- synonym:
- vagina
1. Het onderste deel van het vrouwelijke voortplantingsstelsel
- Een vochtig kanaal bij vrouwelijke zoogdieren dat zich uitstrekt van de schaamlippen tot de baarmoeder
- "De vagina ontvangt de penis tijdens coïtus"
- "De vagina is elastisch genoeg om de doorgang van een foetus mogelijk te maken"
- synoniem:
- vagina
Examples of using
We want a government so small it can fit in a vagina.
We willen een regering die zo klein is dat ze in een vagina past.
I must examine you through vagina.
Ik moet je door de vagina onderzoeken.
That is not art. That is a vagina dentata.
Dat is geen kunst. Dat is een vagina dentata.