Translation meaning & definition of the word "vacuum" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "vacuüm" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Vacuum
[Vacuüm]/vækjum/
noun
1. The absence of matter
- synonym:
- vacuum ,
- vacuity
1. De afwezigheid van materie
- synoniem:
- vacuüm ,
- leegte
2. An empty area or space
- "The huge desert voids"
- "The emptiness of outer space"
- "Without their support he'll be ruling in a vacuum"
- synonym:
- void ,
- vacancy ,
- emptiness ,
- vacuum
2. Een leeg gebied of ruimte
- "De enorme woestijnholtes"
- "De leegte van de ruimte"
- "Zonder hun steun zal hij in een vacuüm regeren"
- synoniem:
- leegte ,
- vacature ,
- vacuüm
3. A region that is devoid of matter
- synonym:
- vacuum ,
- vacuity
3. Een regio zonder materie
- synoniem:
- vacuüm ,
- leegte
4. An electrical home appliance that cleans by suction
- synonym:
- vacuum ,
- vacuum cleaner
4. Een elektrisch huisapparaat dat door zuigkracht reinigt
- synoniem:
- vacuüm ,
- stofzuiger
verb
1. Clean with a vacuum cleaner
- "Vacuum the carpets"
- synonym:
- vacuum ,
- vacuum-clean ,
- hoover
1. Reinigen met een stofzuiger
- "Vacuüm de tapijten"
- synoniem:
- vacuüm ,
- stofzuigen ,
- stofzuiger
Examples of using
What a pain, why does he have to vacuum in the middle of the night!
Wat een pijn, waarom moet hij midden in de nacht stofzuigen!
Cats hate vacuum cleaners.
Katten haten stofzuigers.
She bought a vacuum cleaner at the supermarket.
Ze kocht een stofzuiger bij de supermarkt.