Translation meaning & definition of the word "vacate" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "vakantie" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Vacate
[Vrijmaken]/veket/
verb
1. Leave (a job, post, or position) voluntarily
- "She vacated the position when she got pregnant"
- "The chairman resigned when he was found to have misappropriated funds"
- synonym:
- vacate ,
- resign ,
- renounce ,
- give up
1. Vrijwillig ( een baan, post of functie ) verlaten
- "Ze verliet de functie toen ze zwanger werd"
- "De voorzitter nam ontslag toen bleek dat hij geld had verduisterd"
- synoniem:
- verlaten ,
- ontslag ,
- afstand doen ,
- opgeven
2. Leave behind empty
- Move out of
- "You must vacate your office by tonight"
- synonym:
- vacate ,
- empty ,
- abandon
2. Laat leeg achter
- Verhuizen
- "Je moet vanavond je kantoor verlaten"
- synoniem:
- verlaten ,
- leeg
3. Cancel officially
- "He revoked the ban on smoking"
- "Lift an embargo"
- "Vacate a death sentence"
- synonym:
- revoke ,
- annul ,
- lift ,
- countermand ,
- reverse ,
- repeal ,
- overturn ,
- rescind ,
- vacate
3. Officieel annuleren
- "Hij heeft het rookverbod ingetrokken"
- "Lift een embargo"
- "Vakantie een doodvonnis"
- synoniem:
- intrekken ,
- nietig ,
- lift ,
- tegenwerk ,
- omkeren ,
- ommekeer ,
- verlaten