Translation meaning & definition of the word "usual" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "gebruikelijk" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Usual
[Gebruikelijk]/juʒəwəl/
adjective
1. Occurring or encountered or experienced or observed frequently or in accordance with regular practice or procedure
- "Grew the usual vegetables"
- "The usual summer heat"
- "Came at the usual time"
- "The child's usual bedtime"
- synonym:
- usual
1. Vaak of volgens de normale praktijk of procedure voorkomen of ervaren of waargenomen
- "Groeide de gebruikelijke groenten"
- "De gebruikelijke zomerhitte"
- "Kwam op het gebruikelijke tijdstip"
- "Het gebruikelijke bedtijd van het kind"
- synoniem:
- gebruikelijk
2. Commonly encountered
- "A common (or familiar) complaint"
- "The usual greeting"
- synonym:
- common ,
- usual
2. Vaak voorgekomen
- "Een veel voorkomende ( of bekende ) klacht"
- "De gebruikelijke begroeting"
- synoniem:
- gemeenschappelijk ,
- gebruikelijk
Examples of using
Today's math class was more interesting than usual.
De wiskundeles van vandaag was interessanter dan normaal.
Tom looks happier than usual.
Tom ziet er gelukkiger uit dan normaal.
You look happier than usual.
Je ziet er gelukkiger uit dan normaal.