Translation meaning & definition of the word "unusual" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "ongebruikelijk" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Unusual
[Ongewoon]/ənjuʒuəl/
adjective
1. Not usual or common or ordinary
- "A scene of unusual beauty"
- "A man of unusual ability"
- "Cruel and unusual punishment"
- "An unusual meteorite"
- synonym:
- unusual
1. Niet gebruikelijk of gewoon of gewoon
- "Een scène van ongewone schoonheid"
- "Een man met een ongewoon vermogen"
- "Wrede en ongebruikelijke straf"
- "Een ongebruikelijke meteoriet"
- synoniem:
- ongebruikelijk
2. Being definitely out of the ordinary and unexpected
- Slightly odd or even a bit weird
- "A strange exaltation that was indefinable"
- "A strange fantastical mind"
- "What a strange sense of humor she has"
- synonym:
- strange ,
- unusual
2. Absoluut buitengewoon en onverwacht zijn
- Een beetje vreemd of zelfs een beetje raar
- "Een vreemde verhoging die ondefinieerbaar was"
- "Een vreemde fantastische geest"
- "Wat een vreemd gevoel voor humor heeft ze"
- synoniem:
- vreemd ,
- ongebruikelijk
3. Not commonly encountered
- "Two-career families are no longer unusual"
- synonym:
- unusual
3. Niet vaak voorgekomen
- "Tweeverzorgersgezinnen zijn niet langer ongebruikelijk"
- synoniem:
- ongebruikelijk
Examples of using
I didn't see anything unusual.
Ik zag niets ongewoons.
Something unusual happened last night.
Er is gisteravond iets ongewoons gebeurd.
This is unusual.
Dit is ongebruikelijk.