Translation meaning & definition of the word "unnecessary" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "onnoodzakelijk" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Unnecessary
[Onnodig]/ənnɛsəsɛri/
adjective
1. Not necessary
- synonym:
- unnecessary ,
- unneeded
1. Niet nodig
- synoniem:
- onnodig
Examples of using
Civilization is the limitless multiplication of unnecessary necessities.
Beschaving is de grenzeloze vermenigvuldiging van onnodige benodigdheden.
They discarded unnecessary things.
Ze gooiden onnodige dingen weg.
If two men always have the same opinion, one of them is unnecessary.
Als twee mannen altijd dezelfde mening hebben, is één van hen niet nodig.