Translation meaning & definition of the word "uninvited" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "niet uitgenodigd" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Uninvited
[Onuitgenodigd]/ənɪnvaɪtɪd/
adjective
1. Unwelcome and unwanted
- "Uninvited guests"
- "Uninvited thoughts"
- synonym:
- uninvited
1. Ongewenst en ongewenst
- "Ongenode gasten"
- "Onuitgenodigde gedachten"
- synoniem:
- onuitgenodigd
Examples of using
An uninvited guest is a pleasant surprise.
Een ongenode gast is een aangename verrassing.
I felt as if I were an uninvited guest.
Ik had het gevoel dat ik een ongenode gast was.
I felt as if I were an uninvited guest.
Ik had het gevoel dat ik een ongenode gast was.