Translation meaning & definition of the word "unify" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "verenigen" in Nederlandse taal
English⟶Dutch
Unify
[Verenigen]/junəfaɪ/
verb
1. Become one
- "Germany unified officially in 1990"
- "The cells merge"
- synonym:
- unify ,
- unite ,
- merge
1. Word er een
- "Duitsland officieel verenigd in 1990"
- "De cellen versmelten"
- synoniem:
- verenigen ,
- samenvoegen
2. To bring or combine together or with something else
- "Resourcefully he mingled music and dance"
- synonym:
- mix ,
- mingle ,
- commix ,
- unify ,
- amalgamate
2. Samen of met iets anders te brengen of te combineren
- "Vreselijk vermengde hij muziek en dans"
- synoniem:
- mix ,
- mengen ,
- commix ,
- verenigen ,
- amalgamaat
3. Bring together for a common purpose or action or ideology or in a shared situation
- "The democratic patry platform united several splinter groups"
- synonym:
- unite ,
- unify
3. Samenbrengen voor een gemeenschappelijk doel of actie of ideologie of in een gedeelde situatie
- "Het democratic patry-platform verenigde verschillende splintergroepen"
- synoniem:
- verenigen
4. Act in concert or unite in a common purpose or belief
- synonym:
- unite ,
- unify
4. Samen optreden of verenigen in een gemeenschappelijk doel of overtuiging
- synoniem:
- verenigen
5. Join or combine
- "We merged our resources"
- synonym:
- unite ,
- unify ,
- merge
5. Meedoen of combineren
- "We hebben onze middelen samengevoegd"
- synoniem:
- verenigen ,
- samenvoegen