Translation meaning & definition of the word "unfair" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "oneerlijk" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Unfair
[Oneerlijk]/ənfɛr/
adjective
1. Not fair
- Marked by injustice or partiality or deception
- "Used unfair methods"
- "It was an unfair trial"
- "Took an unfair advantage"
- synonym:
- unfair ,
- unjust
1. Niet eerlijk
- Gekenmerkt door onrecht of partijdigheid of misleiding
- "Gebruikte oneerlijke methoden"
- "Het was een oneerlijk proces"
- "Nam een oneerlijk voordeel"
- synoniem:
- oneerlijk ,
- onrechtvaardig
Examples of using
That was unfair.
Dat was oneerlijk.
We're being unfair.
We zijn oneerlijk.
It's extremely unfair.
Het is buitengewoon oneerlijk.