Translation meaning & definition of the word "unexpectedly" into Dutch language

adverb

1. In a way that was not expected

• "Her brother showed up at the wedding out of the blue"

synonym:
• unexpectedly
,
• out of the blue

1. Op een manier die niet verwacht werd

• "Haar broer verscheen uit het niets op de bruiloft"

synoniem:
• onverwacht
,
• uit het niets

2. Without advance planning

• "They met accidentally"

synonym:
• by chance
,
• accidentally
,
• circumstantially
,
• unexpectedly

2. Zonder planning vooraf

• "Ze ontmoetten elkaar per ongeluk"

synoniem:
• toevallig
,
• per ongeluk
,
• indirect
,
• onverwacht

Examples of using

He appeared unexpectedly after three years of absence.

Hij verscheen onverwachts na drie jaar afwezigheid.

The President died unexpectedly

De president stierf onverwachts

I met him quite unexpectedly.

Ik ontmoette hem vrij onverwacht.

I unexpectedly met an old friend of mine on the bus yesterday.

Ik heb gisteren onverwacht een oude vriend van me ontmoet in de bus.