Translation meaning & definition of the word "unbroken" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "ongebroken" in Nederlandse taal
English⟶Dutch
Unbroken
[Ongebroken]/ənbroʊkən/
adjective
1. Marked by continuous or uninterrupted extension in space or time or sequence
- "Cars in an unbroken procession"
- "The unbroken quiet of the afternoon"
- synonym:
- unbroken
1. Gemarkeerd door continue of ononderbroken uitbreiding in ruimte of tijd of volgorde
- "Auto's in een ononderbroken processie"
- "De ononderbroken stilte van de middag"
- synoniem:
- ongebroken
2. Not subdued or trained for service or use
- "Unbroken colts"
- synonym:
- unbroken
2. Niet onderworpen of getraind voor service of gebruik
- "Ongebroken veulens"
- synoniem:
- ongebroken
3. (of farmland) not plowed
- "Unplowed fields"
- "Unbroken land"
- synonym:
- unplowed ,
- unploughed ,
- unbroken
3. ( landbouwgrond ) niet geploegd
- "Ongeploegde velden"
- "Ongebroken land"
- synoniem:
- ongeploegd ,
- ongebroken
4. (especially of promises or contracts) not violated or disregarded
- "Unbroken promises"
- "Promises kept"
- synonym:
- unbroken ,
- kept
4. ( vooral van beloften of contracten ) niet geschonden of genegeerd
- "Ononderbroken beloften"
- "Beloften gehouden"
- synoniem:
- ongebroken ,
- gehouden
5. Not broken
- Whole and intact
- In one piece
- "Fortunately the other lens is unbroken"
- synonym:
- unbroken
5. Niet gebroken
- Geheel en intact
- Uit één stuk
- "Gelukkig is de andere lens ongebroken"
- synoniem:
- ongebroken