Translation meaning & definition of the word "turk" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "turk" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Turk
[Turk]/tərk/
noun
1. A native or inhabitant of turkey
- synonym:
- Turk
1. Een inwoner of inwoner van turkije
- synoniem:
- Turk