Translation meaning & definition of the word "trustworthy" into Dutch language

adjective

1. Worthy of trust or belief

• "A trustworthy report"

• "An experienced and trustworthy traveling companion"

synonym:
• trustworthy
,
• trusty

1. Waardig vertrouwen of overtuiging

• "Een betrouwbaar rapport"

• "Een ervaren en betrouwbare reisgenoot"

synoniem:
• betrouwbaar
,
• vertrouwen

2. Taking responsibility for one's conduct and obligations

• "Trustworthy public servants"

synonym:
• trustworthy

2. Verantwoordelijkheid nemen voor iemands gedrag en verplichtingen

• "Betrouwbare ambtenaren"

synoniem:
• betrouwbaar

Examples of using

Tom is trustworthy.

Tom is betrouwbaar.

He is trustworthy.

Hij is betrouwbaar.

He is a man of strong, stable and trustworthy character.

Hij is een man met een sterk, stabiel en betrouwbaar karakter.

I was mistaken in thinking that he was a trustworthy man.

Ik vergiste me door te denken dat hij een betrouwbare man was.

I believe that he's trustworthy.

Ik denk dat hij betrouwbaar is.

Tom is trustworthy.

Tom is betrouwbaar.

I believe that he's trustworthy.

Ik denk dat hij betrouwbaar is.