Translation meaning & definition of the word "trimming" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "trimmen" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Trimming
[Bijsnijden]/trɪmɪŋ/
noun
1. The act of adding decoration
- "The children had to be in bed before it was time for the trimming of the tree"
- synonym:
- trimming
1. Het toevoegen van decoratie
- "De kinderen moesten in bed liggen voordat het tijd was om de boom te trimmen"
- synoniem:
- trimmen
2. A decoration or adornment on a garment
- "The trimming on a hat"
- "The trim on a shirt"
- synonym:
- trimming ,
- trim ,
- passementerie
2. Een decoratie of versiering op een kledingstuk
- "Het trimmen op een hoed"
- "De bekleding van een overhemd"
- synoniem:
- trimmen ,
- passement
3. Cutting down to the desired size or shape
- synonym:
- trim ,
- trimming ,
- clipping
3. Snijden tot de gewenste maat of vorm
- synoniem:
- trimmen ,
- knippen