Translation meaning & definition of the word "trimmer" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "trimmer" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Trimmer
[Trimmer]/trɪmər/
noun
1. A worker who thins out and trims trees and shrubs
- "Untouched by the pruner's axe"
- synonym:
- pruner ,
- trimmer
1. Een arbeider die uitdunt en bomen en struiken snijdt
- "Onaangeroerd door de bijl van de pruner"
- synoniem:
- snoeischaar ,
- trimmer
2. A machine that trims timber
- synonym:
- trimmer
2. Een machine die hout snijdt
- synoniem:
- trimmer
3. Capacitor having variable capacitance
- Used for making fine adjustments
- synonym:
- trimmer ,
- trimming capacitor
3. Condensator met variabele capaciteit
- Gebruikt voor het maken van fijne aanpassingen
- synoniem:
- trimmer ,
- trimcondensator
4. Joist that receives the end of a header in floor or roof framing in order to leave an opening for a staircase or chimney etc.
- synonym:
- trimmer ,
- trimmer joist
4. Balk die het uiteinde van een koptekst in vloer- of dakframe ontvangt om een opening voor een trap of schoorsteen enz. achter te laten.
- synoniem:
- trimmer ,
- trimmer balk
Examples of using
I don't think Tom would like it very much if I used his electric beard trimmer without his permission.
Ik denk niet dat Tom het erg leuk zou vinden als ik zonder zijn toestemming zijn elektrische baardtrimmer zou gebruiken.