Translation meaning & definition of the word "transit" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "transit" in de Nederlandse taal
Transit
[Transit]noun
1. A surveying instrument for measuring horizontal and vertical angles, consisting of a small telescope mounted on a tripod
- synonym:
- theodolite ,
- transit
1. Een landmeetinstrument voor het meten van horizontale en verticale hoeken, bestaande uit een kleine telescoop gemonteerd op een statief
- synoniem:
- theodoliet ,
- transit
2. A facility consisting of the means and equipment necessary for the movement of passengers or goods
- synonym:
- transportation system ,
- transportation ,
- transit
2. Een voorziening bestaande uit de middelen en uitrusting die nodig zijn voor het verkeer van passagiers of goederen
- synoniem:
- transportsysteem ,
- transportation ,
- transit
3. A journey usually by ship
- "The outward passage took 10 days"
- synonym:
- passage ,
- transit
3. Een reis meestal per schip
- "De heenreis duurde 10 dagen"
- synoniem:
- passage ,
- transit
verb
1. Make a passage or journey from one place to another
- "The tourists moved through the town and bought up all the souvenirs
- " "some travelers pass through the desert"
- synonym:
- transit ,
- pass through ,
- move through ,
- pass across ,
- pass over
1. Maak een passage of reis van de ene plaats naar de andere
- "‘de toeristen trokken door de stad en kochten alle souvenirs op
- " "enkele reizigers trekken door de woestijn"
- synoniem:
- transit ,
- pass through ,
- doorzetten ,
- passeren ,
- voorbijgaan
2. Pass across (a sign or house of the zodiac) or pass across (the disk of a celestial body or the meridian of a place)
- "The comet will transit on september 11"
- synonym:
- transit
2. Oversteken (een teken of huis van de dierenriem) of oversteken (de schijf van een hemellichaam of de meridiaan van een plaats)
- "De komeet zal op 11 september passeren"
- synoniem:
- transit
3. Revolve (the telescope of a surveying transit) about its horizontal transverse axis in order to reverse its direction
- synonym:
- transit
3. Draai (de telescoop van een landmeetkundige transit) rond zijn horizontale dwarsas om zijn richting om te keren
- synoniem:
- transit
4. Cause or enable to pass through
- "The canal will transit hundreds of ships every day"
- synonym:
- transit
4. Veroorzaken of in staat stellen om door te gaan
- "Het kanaal zal elke dag honderden schepen passeren"
- synoniem:
- transit