Translation meaning & definition of the word "trait" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "eigenschap" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Trait
[Trait]/tret/
noun
1. A distinguishing feature of your personal nature
- synonym:
- trait
1. Een onderscheidend kenmerk van uw persoonlijke aard
- synoniem:
- eigenschap