Translation meaning & definition of the word "trained" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "getraind" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Trained
[Opgeleid]/trend/
adjective
1. Shaped or conditioned or disciplined by training
- Often used as a combining form
- "A trained mind"
- "Trained pigeons"
- "Well-trained servants"
- synonym:
- trained
1. Gevormd of geconditioneerd of gedisciplineerd door training
- Vaak gebruikt als een combinatievorm
- "Een getrainde geest"
- "Getrainde duiven"
- "Goed opgeleide bedienden"
- synoniem:
- getraind
Examples of using
I did what I was trained to do.
Ik heb gedaan waarvoor ik was opgeleid.
He trained very hard.
Hij trainde heel hard.
The researchers trained monkeys to play a video game.
De onderzoekers trainden apen om een videogame te spelen.