Translation meaning & definition of the word "tractor" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "tractor" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Tractor
[Tractor]/træktər/
noun
1. A wheeled vehicle with large wheels
- Used in farming and other applications
- synonym:
- tractor
1. Een wielvoertuig met grote wielen
- Gebruikt in de landbouw en andere toepassingen
- synoniem:
- tractor
2. A truck that has a cab but no body
- Used for pulling large trailers or vans
- synonym:
- tractor
2. Een vrachtwagen met een taxi maar geen carrosserie
- Gebruikt voor het trekken van grote aanhangwagens of bestelwagens
- synoniem:
- tractor
Examples of using
My dream is to buy a Lamborghini tractor.
Mijn droom is om een Lamborghini-tractor te kopen.