Lingvanex Tranalator

Translator for


translation app

Lingvanex - your universal translation app

Translator for

Download For Free

Translation meaning & definition of the word "trace" into Dutch language

Vertaling betekenis & definitie van het woord "traceren" in de Nederlandse taal

EnglishDutch

Trace

[Trace]
/tres/

noun

1. A just detectable amount

  • "He speaks french with a trace of an accent"
    synonym:
  • trace
  • ,
  • hint
  • ,
  • suggestion

1. Een gewoon detecteerbaar bedrag

  • "Hij spreekt frans met een spoor van een accent"
    synoniem:
  • spoor
  • ,
  • hint
  • ,
  • suggestie

2. An indication that something has been present

  • "There wasn't a trace of evidence for the claim"
  • "A tincture of condescension"
    synonym:
  • trace
  • ,
  • vestige
  • ,
  • tincture
  • ,
  • shadow

2. Een indicatie dat er iets aanwezig is

  • "Er was geen spoor van bewijs voor de claim"
  • "Een tinctuur van neerbuigendheid"
    synoniem:
  • spoor
  • ,
  • vestige
  • ,
  • tinctuur
  • ,
  • schaduw

3. A suggestion of some quality

  • "There was a touch of sarcasm in his tone"
  • "He detected a ghost of a smile on her face"
    synonym:
  • touch
  • ,
  • trace
  • ,
  • ghost

3. Een suggestie van enige kwaliteit

  • "Er was een vleugje sarcasme in zijn toon"
  • "Hij ontdekte een geest van een glimlach op haar gezicht"
    synoniem:
  • aanraken
  • ,
  • spoor
  • ,
  • spook

4. A drawing created by superimposing a semitransparent sheet of paper on the original image and copying on it the lines of the original image

    synonym:
  • tracing
  • ,
  • trace

4. Een tekening gemaakt door een semi-transparant vel papier op de originele afbeelding te plaatsen en de lijnen van de originele afbeelding erop te kopiëren

    synoniem:
  • traceren
  • ,
  • spoor

5. Either of two lines that connect a horse's harness to a wagon or other vehicle or to a whiffletree

    synonym:
  • trace

5. Een van de twee lijnen die het harnas van een paard verbinden met een wagen of ander voertuig of met een whiffletree

    synoniem:
  • spoor

6. A visible mark (as a footprint) left by the passage of person or animal or vehicle

    synonym:
  • trace

6. Een zichtbaar merkteken ( als voetafdruk ) achtergelaten door de doorgang van persoon of dier of voertuig

    synoniem:
  • spoor

verb

1. Follow, discover, or ascertain the course of development of something

  • "We must follow closely the economic development is cuba"
  • "Trace the student's progress"
    synonym:
  • trace
  • ,
  • follow

1. Volg, ontdek of bepaal de ontwikkeling van iets

  • "We moeten de economische ontwikkeling van cuba op de voet volgen"
  • "Traceer de voortgang van de student"
    synoniem:
  • spoor
  • ,
  • volgen

2. Make a mark or lines on a surface

  • "Draw a line"
  • "Trace the outline of a figure in the sand"
    synonym:
  • trace
  • ,
  • draw
  • ,
  • line
  • ,
  • describe
  • ,
  • delineate

2. Maak een merkteken of lijnen op een oppervlak

  • "Trek een lijn"
  • "Traceer de omtrek van een figuur in het zand"
    synoniem:
  • spoor
  • ,
  • tekenen
  • ,
  • lijn
  • ,
  • beschrijven
  • ,
  • afbakenen

3. To go back over again

  • "We retraced the route we took last summer"
  • "Trace your path"
    synonym:
  • trace
  • ,
  • retrace

3. Om weer terug te gaan

  • "We hebben de route die we afgelopen zomer hebben afgelegd teruggeschoold"
  • "Traceer je pad"
    synoniem:
  • spoor
  • ,
  • retrace

4. Pursue or chase relentlessly

  • "The hunters traced the deer into the woods"
  • "The detectives hounded the suspect until they found him"
    synonym:
  • hound
  • ,
  • hunt
  • ,
  • trace

4. Meedogenloos achtervolgen of achtervolgen

  • "De jagers volgden het hert het bos in"
  • "De rechercheurs achtervolgden de verdachte totdat ze hem vonden"
    synoniem:
  • hond
  • ,
  • jacht
  • ,
  • spoor

5. Discover traces of

  • "She traced the circumstances of her birth"
    synonym:
  • trace

5. Ontdek sporen van

  • "Ze heeft de omstandigheden van haar geboorte getraceerd"
    synoniem:
  • spoor

6. Make one's course or travel along a path

  • Travel or pass over, around, or along
  • "The children traced along the edge of the dark forest"
  • "The women traced the pasture"
    synonym:
  • trace

6. Maak je cursus of reis langs een pad

  • Reizen of passeren, rond of langs
  • "De kinderen volgden langs de rand van het donkere bos"
  • "De vrouwen volgden het weiland"
    synoniem:
  • spoor

7. Copy by following the lines of the original drawing on a transparent sheet placed upon it

  • Make a tracing of
  • "Trace a design"
  • "Trace a pattern"
    synonym:
  • trace

7. Kopieer door de regels van de originele tekening te volgen op een transparant blad erop te plaatsen

  • Een tracering maken
  • "Traceer een ontwerp"
  • "Traceer een patroon"
    synoniem:
  • spoor

8. Read with difficulty

  • "Can you decipher this letter?"
  • "The archeologist traced the hieroglyphs"
    synonym:
  • decipher
  • ,
  • trace

8. Lees met moeite

  • "Kun je deze brief ontcijferen?"
  • "De archeoloog volgde de hiërogliefen"
    synoniem:
  • ontcijferen
  • ,
  • spoor

Examples of using

Don't leave a trace.
Laat geen spoor achter.
No one should be able to trace the events there back to us.
Niemand mag de gebeurtenissen daar naar ons herleiden.
The police looked everywhere and couldn't find any trace of Tom.
De politie keek overal en kon geen spoor van Tom vinden.