Translation meaning & definition of the word "towel" into Dutch language

noun

1. A rectangular piece of absorbent cloth (or paper) for drying or wiping

synonym:
• towel

1. Een rechthoekig stuk absorberende doek ( of papier ) voor drogen of afvegen

synoniem:
• handdoek

verb

1. Wipe with a towel

• "Towel your hair dry"

synonym:
• towel

1. Veeg met een handdoek

• "Towel je haar droog"

synoniem:
• handdoek

Examples of using

Hand me a towel.

Geef me een handdoek.

I folded the towel in half.

Ik vouwde de handdoek dubbel.

I need a towel.

Ik heb een handdoek nodig.

I'll get you a towel.

Ik haal een handdoek voor je.

Tom wrung out the towel.

Tom wrong de handdoek uit.

Tom needs a dry towel.

Tom heeft een droge handdoek nodig.

The towel is in the bathroom.

De handdoek ligt in de badkamer.

Don't put the wet towel in the bag.

Stop de natte handdoek niet in de tas.

He needs a towel.

Hij heeft een handdoek nodig.

Dry a wet towel over a fire.

Droog een natte handdoek over een vuur.

Don't throw in the towel.

Gooi de handdoek niet in de ring.

Water is dripping from the wet towel.

Water druipt van de natte handdoek.

Bring me a moist towel.

Breng me een vochtige handdoek.

She wiped her wet hair with a towel.

Ze veegde haar natte haar af met een handdoek.

There's only one bath towel in our bathroom.

Er is maar één badhanddoek in onze badkamer.

My bath towel was wet, so it was of no use.

Mijn badhanddoek was nat, dus het had geen zin.

Bring me a dry towel.

Breng me een droge handdoek.

I folded the towel in half.

Ik vouwde de handdoek dubbel.

I'll get you a towel.

Ik haal een handdoek voor je.

Bring me a moist towel.

Breng me een vochtige handdoek.