Translation meaning & definition of the word "tournament" into Dutch language

noun

1. A sporting competition in which contestants play a series of games to decide the winner

synonym:
• tournament
,
• tourney

1. Een sportcompetitie waarin deelnemers een reeks spellen spelen om de winnaar te bepalen

synoniem:
• toernooi

2. A series of jousts between knights contesting for a prize

synonym:
• tournament

2. Een reeks steekspelen tussen ridders die strijden om een prijs

synoniem:
• toernooi

Examples of using

He won the first prize at the chess tournament.

Hij won de eerste prijs op het schaaktoernooi.

Best of luck in your tournament.

Veel succes in je toernooi.

That athlete won three times in a row in this tournament.

Die atleet won driemaal op rij in dit toernooi.

Tom is in charge of this year's tennis tournament.

Tom heeft de leiding over het tennistoernooi van dit jaar.