Examples of using
The doctor tore his tooth away with a pair of tongs.
De dokter scheurde zijn tand weg met een tang.
When I fell I tore a hole in the knee of my pants.
Toen ik viel, scheurde ik een gat in de knie van mijn broek.
I tore my pants.
Ik scheurde mijn broek.
I tore the newspaper into pieces.
Ik heb de krant in stukken gescheurd.
I tore a hole in my jeans when I fell off my bike.
Ik scheurde een gat in mijn spijkerbroek toen ik van mijn fiets viel.
Tom tore the paper in half.
Tom scheurde het papier doormidden.
It was your child who tore my book to pieces.
Het was uw kind dat mijn boek aan stukken scheurde.
She tore his letter to pieces.
Ze scheurde zijn brief aan stukken.
She tore a hole in her dress.
Ze scheurde een gat in haar jurk.
After she had read the letter, she tore it to pieces.
Nadat ze de brief had gelezen, scheurde ze hem in stukken.
She tore the letter into pieces.
Ze scheurde de brief in stukken.
She tore the letter up after reading it.
Ze scheurde de brief na het lezen.
He angrily tore up the letter from her.
Hij verscheurde boos de brief van haar.
He tore the photographs into pieces.
Hij scheurde de foto's in stukken.
He tore out of the house.
Hij scheurde het huis uit.
He tore the newspaper in half.
Hij scheurde de krant doormidden.
I tore my pants.
Ik scheurde mijn broek.
I tore a hole in my jeans when I fell off my bike.
Ik scheurde een gat in mijn spijkerbroek toen ik van mijn fiets viel.
Tom tore the paper in half.
Tom scheurde het papier doormidden.
Tom tore the paper in half.
Tom scheurde het papier doormidden.
