Translation meaning & definition of the word "tobacco" into Dutch language

noun

1. Leaves of the tobacco plant dried and prepared for smoking or ingestion

synonym:
• tobacco
,
• baccy

1. Bladeren van de tabaksplant gedroogd en bereid om te roken of in te nemen

synoniem:
• tabak
,
• baccy

2. Aromatic annual or perennial herbs and shrubs

synonym:
• tobacco
,
• tobacco plant

2. Aromatische eenjarige of meerjarige kruiden en struiken

synoniem:
• tabak
,
• tabaksplant

Examples of using

This is third-rate tobacco.

Dit is tabak van de derde klasse.

You'll have a hard time getting pipe tobacco here.

Je zult het moeilijk hebben om hier pijptabak te krijgen.

I like to chew tobacco.

Ik kauw graag op tabak.

Neither wine, nor opium, nor tobacco are necessary for people’s lives.

Noch wijn, noch opium, noch tabak zijn nodig voor het leven van mensen.

The room smelled of tobacco.

De kamer rook naar tabak.