Translation meaning & definition of the word "throat" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "keel" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Throat
[Keel]/θroʊt/
noun
1. The passage to the stomach and lungs
- In the front part of the neck below the chin and above the collarbone
- synonym:
- throat ,
- pharynx
1. De doorgang naar de maag en longen
- In het voorste deel van de nek onder de kin en boven het sleutelbeen
- synoniem:
- keel ,
- keelholte
2. An opening in the vamp of a shoe at the instep
- synonym:
- throat
2. Een opening in de vamp van een schoen bij de wreef
- synoniem:
- keel
3. A passage resembling a throat in shape or function
- "The throat of the vase"
- "The throat of a chimney"
- synonym:
- throat
3. Een doorgang die lijkt op een keel in vorm of functie
- "De keel van de vaas"
- "De keel van een schoorsteen"
- synoniem:
- keel
4. The part of an animal's body that corresponds to a person's throat
- synonym:
- throat
4. Het deel van het lichaam van een dier dat overeenkomt met iemands keel
- synoniem:
- keel
Examples of using
Does your throat hurt?
Doet je keel pijn?
They put a knife to my throat and robbed me.
Ze staken een mes in mijn keel en beroofden me.
I've had a tickle in my throat since this morning. Have I really caught a cold?
Ik heb sinds vanmorgen een kietel in mijn keel. Ben ik echt verkouden?