I know who the thief is.
Ik weet wie de dief is.
Maybe we'll get lucky and catch the thief.
Misschien hebben we geluk en pakken we de dief.
Get the thief!
Pak de dief!
I'm not a thief.
Ik ben geen dief.
Tom turned out to be a thief.
Tom bleek een dief te zijn.
The thief admitted his crime.
De dief gaf zijn misdaad toe.
No one lets a thief in their own home.
Niemand laat een dief in zijn eigen huis.
There is indisputable proof that Tom is the thief.
Er is onbetwistbaar bewijs dat Tom de dief is.
A little, old woman foiled the robbery by whacking the thief on the head with her cane.
Een kleine, oude vrouw verijdelde de overval door de dief met haar stok op haar hoofd te slaan.
Opportunity makes the thief
Kans maakt de dief
Sleep is the greatest thief, for it steals half one's life.
Slaap is de grootste dief, want hij steelt de helft van zijn leven.
You need a thief to catch a thief.
Je hebt een dief nodig om een dief te vangen.
Once a thief, always a thief.
Eens een dief, altijd een dief.
Liar today, thief tomorrow.
Leugenaar vandaag, dief morgen.
The thief hit me and gave me a black eye and then ran off.
De dief sloeg me en gaf me een blauw oog en rende toen weg.
The thief seemed to break in through a window.
De dief leek door een raam naar binnen te breken.
The thief outwitted the police and got away with his loot.
De dief was de politie te slim af en kwam weg met zijn buit.
The thief got in without being noticed.
De dief stapte in zonder opgemerkt te worden.
The thief ran away in the direction of the station.
De dief rende weg in de richting van het station.
The thief made off with the woman's handbag.
De dief ging ervandoor met de handtas van de vrouw.
For free English to Dutch translation, utilize the Lingvanex translation apps.
We apply ultimate machine translation technology and artificial intelligence to offer a free Dutch-English online text translator.