Examples of using
Bring your racket and we'll play some tennis.
Breng je racket mee en we gaan tennissen.
Tom realized that he couldn't play tennis as well as Mary.
Tom realiseerde zich dat hij niet zo goed kon tennissen als Mary.
How many times have you played tennis with Tom?
Hoe vaak heb je met Tom tennis gespeeld?
We played a good game of tennis.
We speelden een goed potje tennis.
Yesterday I played tennis with Taro.
Gisteren speelde ik tennis met Taro.
Who does he play tennis with?
Met wie speelt hij tennis?
Tom tried to interest me in tennis.
Tom probeerde me te interesseren voor tennis.
Tom and Mary often play tennis on grass courts.
Tom en Mary tennissen vaak op grasbanen.
Tom usually plays a good game of tennis, but he's not in good form today.
Tom speelt meestal een goed potje tennis, maar hij is vandaag niet in goede vorm.
Tom and I often play tennis together.
Tom en ik spelen vaak samen tennis.
Tom told Mary that John doesn't like to play tennis.
Tom vertelde Mary dat John niet van tennis houdt.
I love playing tennis more than swimming.
Ik hou meer van tennis dan van zwemmen.
I don't feel up to playing tennis right now.
Ik heb nu geen zin om te tennissen.
They played table tennis together.
Ze speelden samen tafeltennis.
Tom is an excellent tennis player.
Tom is een uitstekende tennisser.
I don't know how to play tennis.
Ik weet niet hoe ik tennis moet spelen.
After playing tennis all summer, I've acquired considerable skill.
Na de hele zomer tennis te hebben gespeeld, heb ik aanzienlijke vaardigheden verworven.
I don't play tennis after school.
Ik speel geen tennis na school.
Go play tennis with Tom.
Ga tennissen met Tom.
Do you play tennis well?
Speel je goed tennis?
