Translation meaning & definition of the word "swimmer" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "zwemmer" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Swimmer
[Zwemmers]/swɪmər/
noun
1. A trained athlete who participates in swimming meets
- "He was an olympic swimmer"
- synonym:
- swimmer
1. Een getrainde atleet die deelneemt aan zwemwedstrijden
- "Hij was een olympische zwemmer"
- synoniem:
- zwemmer
2. A person who travels through the water by swimming
- "He is not a good swimmer"
- synonym:
- swimmer ,
- natator ,
- bather
2. Een persoon die door het water reist door te zwemmen
- "Hij is geen goede zwemmer"
- synoniem:
- zwemmer ,
- natator ,
- bather
Examples of using
Can he swim? Sure! Tom was the best swimmer of our class, and knowing him I don't think he lost a bit of his skill.
Kan hij zwemmen? Zeker! Tom was de beste zwemmer van onze klas en omdat ik hem kende, denk ik niet dat hij een beetje van zijn vaardigheid verloor.
My sister is a good swimmer.
Mijn zus is een goede zwemmer.
She's a very good swimmer.
Ze is een heel goede zwemmer.