Translation meaning & definition of the word "sweetness" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "zoetheid" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Sweetness
[Zoetheid]/switnəs/
noun
1. The taste experience when sugar dissolves in the mouth
- synonym:
- sweet ,
- sweetness ,
- sugariness
1. De smaakervaring wanneer suiker in de mond oplost
- synoniem:
- zoet ,
- zoetheid ,
- suikerachtig
2. The property of tasting as if it contains sugar
- synonym:
- sweetness ,
- sweet
2. Het eigendom van proeven alsof het suiker bevat
- synoniem:
- zoetheid ,
- zoet
3. A pleasingly sweet olfactory property
- synonym:
- bouquet ,
- fragrance ,
- fragrancy ,
- redolence ,
- sweetness
3. Een aangenaam zoete reukeigenschap
- synoniem:
- boeket ,
- geur ,
- redolence ,
- zoetheid
4. The quality of giving pleasure
- "He was charmed by the sweetness of her manner"
- "The pleasantness of a cool breeze on a hot summer day"
- synonym:
- pleasantness ,
- sweetness
4. De kwaliteit van plezier geven
- "Hij was gecharmeerd door de zoetheid van haar manier van doen"
- "De aangenaamheid van een koel briesje op een warme zomerdag"
- synoniem:
- aangenaamheid ,
- zoetheid