Translation meaning & definition of the word "sustenance" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "onderhoud" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Sustenance
[Sustenance]/səstənəns/
noun
1. A source of materials to nourish the body
- synonym:
- nutriment ,
- nourishment ,
- nutrition ,
- sustenance ,
- aliment ,
- alimentation ,
- victuals
1. Een bron van materialen om het lichaam te voeden
- synoniem:
- voedzaam ,
- voeding ,
- levensonderhoud ,
- overwinningen
2. The financial means whereby one lives
- "Each child was expected to pay for their keep"
- "He applied to the state for support"
- "He could no longer earn his own livelihood"
- synonym:
- support ,
- keep ,
- livelihood ,
- living ,
- bread and butter ,
- sustenance
2. De financiële middelen waarbij men leeft
- "Van elk kind werd verwacht dat het voor zijn levensonderhoud zou betalen"
- "Hij heeft bij de staat steun aangevraagd"
- "Hij kon zijn eigen levensonderhoud niet meer verdienen"
- synoniem:
- ondersteuning ,
- houden ,
- levensonderhoud ,
- leven ,
- brood en boter
3. The act of sustaining life by food or providing a means of subsistence
- "They were in want of sustenance"
- "Fishing was their main sustainment"
- synonym:
- sustenance ,
- sustentation ,
- sustainment ,
- maintenance ,
- upkeep
3. Het in stand houden van het leven door voedsel of het verschaffen van een middel tot levensonderhoud
- "Ze hadden gebrek aan levensonderhoud"
- "Vissen was hun belangrijkste steun"
- synoniem:
- levensonderhoud ,
- voedsel ,
- duurzaamheid ,
- onderhoud ,
- onderhouden