Translation of "supply" into Dutch

Supply

IPA : /səplaɪ/

synonyms:

• provide,
• render,
• furnish,
• issue,
• cater,
• provision,
• add

Our supply of sugar has run out.

Onze voorraad suiker is op.

The supply of game for London is going steadily up. Head-keeper Hudson, we believe, has been now told to receive all orders for fly-paper and for preservation of your hen-pheasant's life.

Het aanbod van wild voor Londen stijgt gestaag. Hoofdwachter Hudson heeft, naar wij denken, nu te horen gekregen dat hij alle bestellingen voor vliegpapier en voor het behoud van het leven van je kippenfazant moet ontvangen.

Cows supply milk.

Koeien leveren melk.

Prices depend on supply and demand.

Prijzen zijn afhankelijk van vraag en aanbod.

Cows supply us with milk.

Koeien voorzien ons van melk.